Economisch gaat het beter met Nederland en we staan op plaats 4 van de “gelukkigste landen” van de wereld. Toch geldt dat niet voor iedereen. In onze gemeente denken we de mensen en gezinnen die in armoede leven goed in beeld te hebben en hopen wij dat zij alle hulp krijgen die noodzakelijk is. Maar geldt dat ook voor de groep die in stille armoede leeft? Het punt is: hoe krijg je die groep in beeld.
Het zijn meestal de kinderen die de eerste signalen afgeven. Geen verjaardagsfeestje kunnen geven, niet op zwemles kunnen, niet naar een sportclub gaan, niet meekunnen met een schoolreisje en als eerste het slachtoffer zijn van pesterijen door bijvoorbeeld het niet dragen van merkkleding.
Mensen die in stille armoede leven en opgroeien, kunnen vaak niet goed functioneren.
Voor kinderen betekent dat vaak dat zijn schoolachterstand oplopen en zelfs schooluitval en gezondheidsproblemen hebben, zowel fysiek als psychisch. Vaak is de schaamte en het niet weten hoe uit de situatie te komen een reden om geen hulp te vragen, maar ook onwetendheid over de mogelijkheden speelt een grote rol.
Vanuit de politiek probeert de PvdA ervoor te zorgen dat er voldoende budget is om iedereen te laten meedoen en de ‘voorwaarden’ hiervoor steeds beter te maken. De communicatie zal toch nog beter moeten. Duidelijke communicatie met voorbeelden en het liefst in Jip en Janneke taal, zou al veel helpen.
Het is niet alleen aan de politiek of de schoolbesturen die actief moeten zijn om het probleem bespreekbaar te maken. Het is ook een taak van de samenleving, van de eigen wijk of buurt.
Niet oordelen, negeren, kleineren, maar respect tonen en de helpende hand uitsteken is een goed begin. Is het voor de burger van belang te weten waarom het gezien in die situatie zit? Moet je alles weten voordat je hulp gaat geven? Nee, maar als wij met ons allen leren niet alleen te kijken maar ook te zien, dan kunnen we samen zorgen voor een gezonde samenleving.